Site pictogram

Restaurant ’t Patyntje is 100 jaar jong

Het Gentse restaurant ’t Patyntje op de Gordunakaai blaast 100 kaarsjes uit. Wat ooit begon als een afspanning voor de Gentse bourgeoisie, is nu een geliefd eethuis voor Jan en alleman.

Tekst Peter Van Oyen I Foto’s ‘t pattyntje

“We vieren dit jaar in 2024 een eeuw ’t Patyntje, maar eigenlijk is dit eethuis ouder. Ervoor bestond er al een Patyntje op een andere plek, honderd meter verderop. Door het rechttrekken van de Leie in 1915 moest dat oorspronkelijke eethuis gesloopt worden om plaats te maken voor een brug, die -typisch Belgisch – uiteindelijk nooit gebouwd werd. De toenmalige eigenaars begonnen na de Eerste Wereldoorlog enkele tientallen meters verderop dan maar opnieuw met een ‘nieuw’ Patyntje. In 1924, exact 100 jaar geleden dus, opende ’t Patyntje zijn deuren op deze plek aan de Gordunakaai”. Aan
het woord is de bekende Gentse horeca-ondernemer Hugues De Breyne, die ’t Patyntje in 1999 overnam.
Het restaurant is ondertussen uitgegroeid tot een begrip in de Gentse horeca. En toch blijven er wat vragen omtrent dit bekende eethuis bestaan. Zo is er discussie over de naamgeving. “Er zijn verschillende theorieën”, geeft Hugues De Breyne mee. “ Zo zou de naam volgens sommigen verwijzen naar ‘pad ten einde’. Ik zelf denk eerder dat de naam ’t Patyntje moet afgeleid worden van ‘un patineur’, wat in het Frans ‘schaatser’ betekent. In de jaren ’20 van vorige eeuw spraken diegenen die op restaurant gingen voornamelijk Frans. Het lijkt mij dan ook aannemelijk dat de naam ’t Patyntje een Gentse verbastering is van het Franse woord patineur.”

Allure
Vijfentwintig jaar geleden kochten Hugues De Breyne en zijn vrouw Vera Poelman ’t Patyntje van de familie Denie, die het restaurant jaren lang in handen had. De horeca-ondernemers begonnen meteen met een grootscheepse renovatie, die zo’n 2,5 jaar duurde. Het was de bedoeling om het restaurant terug de allure van weleer te geven. Zo werd overal de tapis plein van de authentieke vloeren gehaald. Tevens werden de valse plafonds uit de jaren ’60 weggehaald, zodat de oude plafonds en moulures weer tevoorschijn kwamen. Ook de typische guillotineramen werden hersteld en weer opengemaakt.

Een oude foto bewijst dat er vroeger in de tuin van ’t Patyntje een soort van dierentuin was.

Guinguette
“We wilden de atmosfeer van ’t Patyntje tijdens het interbellum weer oproepen”, verduidelijkt
Hugues De Breyne. “Uit oude verhalen blijkt immers dat ’t Patyntje in de beginperiode een tussenstop was voor de Gentse Bourgeoisie op weg naar hun buitenverblijven in Sint-Martens-Latem. In die tijd verplaatsten ze zich met paard en kar en ’t Patyntje was een ‘guingette’ of afspanning, waar ze konden uitrusten en iets eten en drinken. We hebben oude foto’s in ons bezit waar je ziet dat er in de tuin ook een soort van dierentuin was. Het was in die tijd duidelijk een plek waar de mensen kwamen om zich te ontspannen. Met het huidige ’t Patyntje willen we hetzelfde bereiken”.

Tutjespap
De Gentse horeca-ondernemer maakt zich sterk dat veel van de gerechten die 100 jaar geleden op de kaart van ’t Patyntje stonden nog steeds geserveerd worden. Hugues De Breyne: “Paling in het groen en carbonade flamande zijn klassiekers, die nog altijd op onze kaart staan. Maar we serveren ook orgaanvlees zoals mergpijp met toast, kalfshersentjes met tartaarsaus en kalfsniertjes met Gentse Tierentyn. ’t Patyntje serveert ook een typisch Gents gerecht als ‘tutjespap’, die je elders niet veel meer op de kaart vindt. Tutjespap wordt gemaakt met aardappelen, karnemelk, een gepocheerd eitje en vooral grijze garnalen, die hier, net zoals 100 jaar geleden, nog altijd met de hand gepeld worden”.

Een foto van het vroegere interieur uit de oude doos.

Restaurant voor iedereen
Een eeuw geleden werd ’t Patyntje vooral bezocht door de Gentse bourgeoisie op zoek naar vertier. Volgens Hugues De Breyne zou zelfs koning Albert I ooit zijn voeten onder tafel hebben gestoken in ‘t Patyntje. Vandaag gaat het er wat democratischer aan toe en staat het restaurant open voor iedereen.
Zoals gezegd serveert t’ Patyntje de betere brasseriekeuken met lokale en typische accenten.
Het restaurant krijgt al jaren een vermelding in de Michelingids.
Af en toe duiken bekende namen op tussen de gasten. Zo mocht ’t Patyntje reeds James Cooke, Julie Vermeire, Erik Van Looy en Barbara Sarafian als gast verwelkomen. Hugues De Breyne en Vera Poelman gaan het honderdjarig bestaan van hun restaurant in de loop van het jaar zeker vieren. Op dit ogenblik denken ze na over de formule.
www.patyntje.com

Les Brasseries de Breyne
Hugues De Breyne en Vera Poelman zijn zaakvoerders van de overkoepelende organisatie Les Brasseries de Breyne, dat een zestal horecazaken in het Gentse omvatten:

  • t’ Patyntje, Gordunakaai, Gent: de betere brasserie, die dit jaar 100 kaarsjes uitblaast.
  • Nenuphar, Afsnee: restaurant en hotel aan de oevers van de Leie; bestaat zelfs sinds 1795.
  • Brasserie ’t Klooster, De Pinte: foodspot voor jong een oud.
  • Café Theatre, Centrum Gent: eetcafé; sinds 1998 een gevestigde waarde in Gent.
  • Vosselaere Put, Bachte-Maria-Leerne: brasserie aan oude Leiemeander.
  • Barque à Jack, Gent: foodbar in de buurt van ‘t Patyntje.
Mobiele versie afsluiten