Wanneer de economie vertraagt, is de meetingsector vaak het eerste ‘slachtoffer

Onze hotellerie is en blijft tot nader order hoofdzakelijk gericht op leisureklanten. Internationaal bekeken is het soortgelijk gewicht van zakenreizen echter ontzettend veel hoger. Bij ons profileert Dolce La Hulpe zich als één van de weinige hotels die expliciet op de meetingsector is gericht. In hoeverre zijn wij goed en wel bekomen van alle ingrijpende Covid-toestanden? Zijn we al terug bij de spreekwoordelijke “business as usual”? Hotel Business confronteerde Pieter Allaerts, director of sales & marketing bij Dolce La Hulpe Brussels (4* sup.), met de kwestie. Niet de minst belangrijke factor hierbij is dat deze Belg ook de European President is van de wereldorganisatie IACC Meetings, de International Association of Conference Centers Meetings.

Tekst Daniel Steevens – Foto’s: Dolce by Wyndham La Hulpe Brussels

Hotel Business (HB): Hotel Dolce by Wyndham La Hulpe Brussels ligt midden in het Zoniënwoud. Fantastische locatie zonder twijfel, maar allicht niet van die aard om daarmee veel passanten aan te trekken. Of zie ik dat verkeerd?
Pieter Allaerts (PA): “Ik denk dat je dat inderdaad verkeerd ziet. Dolce is een zakenhotel met effectief een unieke locatie, want de Unesco erkende het Zoniënwoud als Werelderfgoed. Hiermee trekken wij voornamelijk grote internationale conferenties aan. Vaak duren ze tot de vrijdag. Daarnaast zijn er de dagvergaderingen van grote internationale bedrijven. Dat zijn groepen van 20 tot 100, soms zelfs 500 personen. Sinds de opening van Dolce in 2007 wordt daar toch wel massaal gebruik gemaakt van onze faciliteiten.
Nu is het wel een feit dat, zeker in de beginjaren van dit hotel, we het jammer vonden dat de bezetting in het weekend naar beneden ging, zeker gezien de uitzonderlijke locatie. Dus hebben we samen met onze aandeelhouders uitgekeken naar een oplossing. We beschikken over een heel mooi hotel, maar er is geen zakenbusiness in het weekend: wat kunnen we daaraan doen?
We hebben onze ruime wellness en onze spa (Spa Cinq Mondes) toegevoegd. Dat heeft er voor gezorgd dat onze weekendbezetting intussen goed hoog ligt. De mensen komen naar hier om te wandelen, te fietsen, te mountainbiken, te ontspannen, om gebruik te maken van onze wellnessmassages en onze spa. Een en ander maakt dat we tijdens de weekenden en de schoolvakanties ook worden bezocht door toeristen.
Bovendien hebben we onlangs ons restaurant Argan volledig gerenoveerd. Dat restaurant is vanzelfsprekend aan de ruimere kant om grootschalige groepen te kunnen verwelkomen. Dus hebben we ook daar beslist om mensen van buitenaf aan te trekken via de brunch die we aanbieden. Ook dat werkt heel goed: iedere zondag zijn er gemiddeld zo’n 100 gasten die graag komen wandelen en daarna lekker brunchen of omgekeerd, hetzij gebruik maken van spa en zwembad in combinatie met brunch.
Dat maakt dat we zeer tevreden zijn van onze cijfers. Deze Unesco-
locatie ligt tenslotte ook ‘maar’ op 15 km van Brussel. Zowel voor toeristen als voor de zakenwereld zijn we vlot bereikbaar. Vanaf de Ring rond Brussel zijn we zeer eenvoudig toegankelijk en onze 500 gratis parkeerplaatsen zijn een enorme troefkaart.”

HB: Wat is de bezettingsgraad van Dolce all year round?
PA: “Voor het hele jaar hebben we een gemiddelde bezettingsgraad van 65 à 70%. Dat is goed, want de zomermaanden juli en augustus zijn bij ons wat moeilijker omdat alle grote bedrijven dan met vakantie zijn. We hebben in die periode wel wat toeristen, maar we hebben wel 264 kamers & suites. Mensen komen naar hier voor een weekend of zo, maar nemen nu eenmaal geen twee weken vakantie in het bos.
Wallonië heeft zijn schoolvakantieperiodes aangepast en dat helpt ons ietwat, maar vooral de periode 15 juli tot 15 augustus blijft echt rustig. Als we globaal 70% draaien, betekent dit ook dat de andere maanden echt wel stevig bezet zijn.”

Vakvereniging
HB: U bent European president van IACC Meetings. Wellicht hangt die functie nauw samen met die van director of sales & marketing bij Dolce?
PA: “Klopt. De International Association of Conference Centers (IACC) is eigenlijk een vakvereniging voor bedrijven zoals Dolce La Hulpe die echt hun core business halen uit de meetingmarkt, uit het MICE-segment. Het is een wereldwijde organisatie met 360 leden, waarvan 3 grote chapters ofte regio’s: Amerika, Europa en Australia/Asia-Pacific. Het grootste gedeelte van die 360 komt uit Europa met 210 leden.
IACC Meetings volgt de laatste trends. Wij vertegenwoordigen al onze leden tijdens periodes van crisis, zoals Covid, wij begeleiden ze en wij geven opleiding. Meestal doen we dat via webinars, maar enkele keren per jaar komen wij ook effectief samen en dan hebben wij discussies, zoals: hoe ziet de meetingwereld eruit in de toekomst? Hoe ziet een vergaderzaal van de toekomst eruit? Hoe gaat AI onze sector beïnvloeden? Wat moet de sector doen om opnieuw en gepassioneerd personeel aan te trekken?
Verder doen wij ook heel wat enquêtes en studies over dergelijke zaken. De resultaten delen wij dan uiteraard met onze leden. Het is dus echt een vakvereniging. Er worden zelfs kookwedstrijden georganiseerd, zoals ‘Copperskillet’, te zien op YouTube, en dan brengen alle hotels hun chef mee in een gezamenlijke competitie. Het belang daarvan kan moeilijk onderschat worden, omdat als je binnen de meetingwereld op hotel gaat en je wilt vergaderen, je toch ook goed wil eten en drinken.”

HB: U hebt het woord Covid laten vallen. De pandemie betekende natuurlijk overal een cesuur. We zijn nu 2024. Geraken de zakenreizen nog aan het pre-corona niveau of blijft het definitief minder als gevolg van evoluties in de technologie en in de duurzaamheid?
PA: “De meetingsector is een rollercoaster. Ik ben er natuurlijk al lange tijd bij, maar ik herinner mij de impact van de economische crisis van 2008 waar prijsonderhandeling zeer belangrijk was voor de klant, maar dan waren er de aanslagen in Zaventem van 2016, waardoor het ineens allemaal over veiligheid ging en hoe we onze groepen in alle veiligheid konden laten vergaderen. Dan is Covid gekomen en ging het over: hoe kunnen onze mensen toch nog face to face vergaderen maar op een gezonde manier, met ‘social distancing’ weet je nog? Afgelopen jaren is het effectief een rollercoaster geweest.
Toch denk ik dat binnen Europa de meeste landen en de meeste meetingvenues zich wel hersteld hebben. Als we eerlijk zijn, moeten we zeggen dat we qua volumes nog niet echt op het niveau zitten van vóór Covid (dan spreek ik van 2019), maar natuurlijk zijn de prijzen wel verhoogd. Voor de locaties zijn de kosten gigantisch gestegen, zie de aankoop van voedsel, gas en elektriciteit, om de personeelskosten niet te vergeten. We hadden geen andere keuze dan de prijzen verhogen. Maar als ik kijk naar het algemene plaatje, dan denk ik dat de meesten wel in de buurt komen van pre-Covid-tijden.
Natuurlijk is de toekomst ook weer moeilijk te voorspellen. Voor ’24-’25 is dat zeker het geval. Ik denk dat we opnieuw in woelige wateren komen door de economie en door wat er in de wereld allemaal aan het gebeuren is. De meetingsector is vaak de eerste die dat voelt. Als het Suezkanaal dicht is en schepen moeten omvaren, dan heeft de economie vertraging. Als de economie vertraagt, worden er minder opleidingen gegeven en als er minder opleidingen gegeven worden, dan wordt er minder vergaderd en is de meetingsector vaak het eerste ‘slachtoffer’. Dus wij voelen vaak aan hoe het de economie vergaat. De toekomst is erg onzeker.
Langs de andere kant wil ik graag optimistisch blijven. Het effect van mensen die van thuis werken, brengt met zich mee dat bedrijven de nood voelen om collega’s ook weer samen te brengen en face to face vergaderingen, kick-off meetings, sales meetings en teambuildings te organiseren. Hopelijk brengen het Belgisch EU-voorzitterschap en de Olympische Spelen in Parijs dit jaar ook opportuniteiten voor Belgische vergaderlocaties.”

Van Ter Duinen tot Terhulpen
Pieter Allaerts is een in Nederland geboren Belg die als persoonlijke slogan “Hospitality runs through my veins” hanteert. Het curriculum van Pieter Allaerts is effectief één en al doorspekt met hospitality, te beginnen met de opleiding hotelmanagement aan de prestigieuze Hotelschool Ter Duinen in Koksijde. Van daaruit is Pieter verhuisd naar het (eveneens heel befaamde) Zwitserse Crans-Montana, waar hij een hele periode in een kleinschalig hotel heeft gewerkt.
Na Zwitserland is hij teruggekeerd naar België, waar hij in eerste instantie werkte voor de IHG-groep, en dan voornamelijk in de Holiday Inn aan de luchthaven in Diegem. Pieter Allaerts: “Daar heb ik het geluk gehad te kunnen werken met een HR-manager die mij alle departementen binnen de hotelsector heeft laten ondervinden, gaande van nachtshiften aan de receptie – ik heb jaren ’s nachts gewerkt – tot dagreceptie, food & beverage, restaurant, zelfs boekhouding, om dan terecht te komen in het MICE-segment. Dat was mijn laatste functie bij Holiday Inn. Dat intrigerende segment beviel mij zeer zeker: een goed kader bieden aan groepen, groepen kunnen inspireren, mensen dingen laten bijleren,…”
De passie voor de MICE-sector lag uiteindelijk ook aan de basis van zijn overstap van IHG naar Dolce Hotels & Resorts. Hij is er in Terhulpen bij sinds de dag van de officiële opening in 2007. Sedert juli 2013 is Allaerts er Director of Sales & Marketing, de jaren voordien assistant director voor dezelfde functie. Daarnaast is Pieter Allaerts sinds januari 2022 President van de Europese tak van de internationale organisatie IACC Meetings; de 4 jaar ervoor was hij er Vice President.

Bleisure in opmars
HB: Vóór Covid was het verschijnsel bleisure (combinatie zakenreizen en privé) nog ergens taboe. Er zouden sindsdien serieuze tekenen zijn dat bleisure uit die sfeer aan het groeien is. Klopt dat met uw bevindingen?
PA: “Absoluut. Hoe de mensen werken is veranderd, hoe ze leven is veranderd en hoe ze vergaderen is veranderd. Life-work balance is een cliché, maar ook een belangrijke realiteit. Tijd nemen voor jezelf is voor de mensen meer dan ooit essentieel geworden en wij zien dat ook. Heel veel bedrijven houden het nu bij vergaderen in de ochtend en organiseren dan een teambuilding in de namiddag, zodat ze collega’s een fijne tijd schenken en gestimuleerd worden. Wij hebben heel wat zakengasten die naar hier komen voor hun werk en openlijk zeggen dat ze het interessant zouden vinden om hier terug te komen met het gezin of de familie, om te brunchen, te wandelen, te komen verblijven. Dat is zeker een trend die zich verder zal doorzetten.”

HB: U behoort tot de grote koepel Wyndham. In België is de groep voorlopig niet zo sterk geïmplementeerd?
PA: “Onder de brede paraplu van Wyndham ressorteren 23 hotelketens. Het is een heel grote keten, waarvan de meeste locaties in Amerika gebaseerd zijn. Niettemin zijn bijv. Wyndham Grand en Ramada
merken die toch ook wel goed bekend zijn in België en in Europa. Wyndham werkt aan z’n brand awareness, ook binnen Europa, wat betekent dat we er in de toekomst allicht veel meer van zullen horen.”